Maak geen slachtoffers tijdens het maaien

Hier en daar zijn de eerste percelen gras gemaaid en ingekuild. Intussen beginnen de weidevogels te nestelen en binnenkort wordt er jong wild geboren. Om tijdens het maaien (dodelijke) slachtoffers te vermijden zetten we graag enkele methodes op een rijtje.

Elke veehouder streeft er naar zijn of haar dieren de beste kwaliteit voer voor te schotelen. Jong wild dat gewond of gedood geraakt zijn tijdens het maaien en inkuilen legt een hypotheek op de voerkwaliteit.  Maar niet alleen de voerkwaliteit telt. Maaislachtoffers dragen ook bij tot de achteruitgang van de biodiversiteit in ons landschap. Als landbouwers moeten we stil staan bij onze rol in natuurbehoud en de verwevenheid van onze stiel met de natuur rondom ons. Om maaislachtoffers te vermijden zijn er verschillende methodes voorhanden.

Opletten met maaien
De meeste ongelukken met wild gebeuren tijdens het maaien. (Jong) wild verschuilt zich in het lange gras, maar vlucht niet perse weg. Om het wild de kans te geven toch veiligere oorden op te zoeken zijn er verschillende manieren van maaien die kunnen gehanteerd worden. Zo kan er van binnen naar buiten gemaaid worden, waarbij je in het midden van het perceel begint te maaien, en in alsmaar verder naar de buitenrand opschuift. Een andere methode is in U-vorm maaien. Hierbij worden eerst de kopakkers gemaaid, nadien wordt het resterende middenstuk kant aan kant gemaaid, zodat het wild doorheen het staande gras richting bos of andere percelen kan vluchten. Gefaseerd maaien behoort ook tot de mogelijkheden maar is niet overal praktisch haalbaar. Bij gefaseerd maaien worden percelen helft om helft gemaaid, met enkele weken verschil tussen de beide maaibeurten.
Wild is dikwijls actief ’s nachts of net helemaal in rust. Beide situaties maken ze vatbaarder om gewond of gedood te geraken tijdens het maaien. Vermijd daarom ’s nachts maaien. Bestaat de mogelijkheid om later op het seizoen te maaien, laat het gras dan zo lang mogelijk staan.

Gebruik wildredders
Wildredders bestaan in verschillende uitvoeringen. Zo zijn er akoestische systemen die een voor het wild vreemd geluid maken waardoor ze op de vlucht slagen. Zo’n systeem wordt op de maaier of vooraan op de trekker gemonteerd, en kan gemakkelijk aan en uitgeschakeld worden vanuit de cabine. Een mechanische wildredder bestaat uit een arm met kettingen die door het gras slepen voor de maaier uit. De kettingen verdrijven het wild  door geluid en aanraking. Pöttinger ontwikkelde de SensoSafe wildredder die door middel van sensoren wild in lang gras opspoort, en bij detectie de maaier uit het gras heft. Zo wordt vermeden dat (jong) wild geraakt wordt.

Verstoor het wild
Door het wild voor het maaien te storen krijgt het tijd om te vluchten voor er gemaaid wordt. Dit kan bijvoorbeeld door de te maaien percelen te doorwandelen met honden. Dit kan in samenwerking met de lokale jager. Een telefoontje volstaat meestal om enkele mensen op te trommelen voor een wandeling over de percelen. En op die manier krijgt de jager ook meteen een zicht op de toestand van het wild.

Maai hoger
Hoger maaien kan het verschil betekenen tussen leven en dood voor broedende vogels en nesten. Het verlies aan opbrengst is verwaarloosbaar bij de eerste snede, maar dat wordt goed gemaakt door de geredde nesten en weidevogels. Als op die manier voorkomen wordt de maaislachtoffers in voer terecht komen helpt dit ook met de voerkwaliteit op peil te houden.

Scan je percelen met een drone
In lang gras kan je zonder het te weten vlak bij jong wild staan. Zelfs op een meter afstand kan het zijn dat je het diertje niet opmerkt. Drones met een warmte- of infraroodcamera kunnen jong wild in het hoge gras wel opmerken. Door te maaien percelen te scannen met zo’n drone kan jong wild verplaatst worden of kan je nestplaatsen vermijden met de maaier. Over hoe zo’n scan met een drone gebeurt schreven we al eerder. Je kan dit hier lezen.

Bron: Hubertusvereniging Vlaanderen

%d bloggers liken dit: