Sim in Amerika (3)

Dag iedereen,

‘Mott is the spot!!’ staat te lezen op het shirt van de vriendelijke dame die mij incheckt in het lokale motel. Een week geleden vertrokken de collega’s met heel ons hebben en houden al terug naar Kansas. Ik blijf alleen achter in Mott (North Dakota) terwijl ik wacht op herstellingen aan mijn combine-trailer. Die lijken langer te duren dan gepland en dat geeft mij dus de gelegenheid om terug te blikken op de afgelopen 2 maanden.

Voor mij begon de graanoogst op 27 juni in Colby Kansas. Na 3 maand graantransport te doen was het eindelijk tijd om aan het echte werk te beginnen. De eerste dagen mocht ik mezelf nog eens uitleven op de combine. Na dik 2 jaar niet meer met een combine gereden te hebben was het terug even wennen en om er nog een schepje bovenop te doen werden de 12m brede draper headers ingeruild voor 9 meter brede stripper headers. Hoewel de arenstrippers smaller zijn is het absoluut niet makkelijker om hiermee aan de slag te gaan, zeker niet het wisselvallige en vaak korte gewas. Het spreekt voor zich, hoe korter het gewas, hoe lager bij de grond we moeten rijden om alles mee te hebben, en daar zit nu net het addertje onder het gras. De tanden op de rotor zijn relatief dun en buigen/breken heel gemakkelijk wanneer ze in aanraking komen met de grond. Bij een kort gewas, in combinatie met de zogenaamde terraces (brede ruggen die gebruikt worden voor watermanagement) is het zowel voor de beginnende bestuurder als ervaren operator een uitdaging om alles mee te hebben zonder schade op te lopen aan de rotor. Dat deze arenstrippers dan ‘slechts’ 9 meter breed zijn helpt dan weer om makkelijker over de terraces heen te gaan zonder links 2 meter in de lucht te hangen terwijl je de rechterkant met moeite uit de grond kan houden. Dat is met de flexibele draper headers toch gemakkelijker. Mijn avontuur op de combine duurde alles bij elkaar een dag of 3, en in alle eerlijkheid was ik blij als ik terug de baan op mocht. Terwijl 2 ploegen zich bezig hielden met de klanten rond Colby en Atwood, trok ik met de grote baas richting McDonald.

In McDonald ontmoette ik Scot, een vriend van de familie Beckley. Scot runt samen met zijn zoon een lokale wapenhandel en bewerkt in zijn vrije tijd nog 65 hectare land. De vorige eigenaar van het perceel dat Scot kocht verbouwde al enkele jaren biologische tarwe en gezien de geschiedenis van het perceel en het feit dat ze hier voor biologische tarwe tot 4 keer meer betalen dan voor reguliere teelt besloot Scot dan ook om deze teeltwijze verder te zetten. Door de droogte had dit jaar elke teelt moeite met groeien en overleven, zo ook Scot’s tarwe, veel meer dan 25 bushels brengt ze niet op. Omgerekend is dit ongeveer 1700kg/ha. Dat is niet genoeg om de overlaadwagen met ons mee te brengen en zo lijkt het even alsof we terug in ons belgenlandje zitten. Pikdorser vol rijden, aan de kant komen voor te lossen en terug door. Na 5 keer lossen lag de oplegger aardig vol en kon ik richting de ‘bin’. Daar herhaalt zich gedurende de dag 4 keer hetzelfde ritueel. Inwegen bij de buurman, lossen in de vijzel, uitwegen bij de buurman en dan als de bliksem terug naar het veld want de combine staat te wachten. Doordat de combine zoveel moet wachten duurt het bijna 8 uur om het perceel af te werken, geen record, maar wel de meest financieel rendabele oplossing.

De oogst in Colby en omstreken werd in 5 dagen volledig afgerond, deels door de zeer geringe opbrengst, maar vooral omdat we een belangrijke klant zijn kwijtgespeeld. Een zoekertje op de sociale media zorgde ervoor dat we daags nadien op de vooravond van een zwaar onweer nog snel 150 hectare konden dorsen voor een nieuwe klant maar dat is het dan ook. Er restte ons niet veel meer dan de combines uit te blazen, al het materiaal door de wasplaats te halen en richting South Dakota te vertrekken.

Hoe verder we naar het noorden gaan hoe meer machines we nuttig kunnen gebruiken. In totaal hadden we 5 combines en 2 overlaadwagens bij.  Door de band genomen was de opbrengst veel beter en was het dus mooi meegenomen om wat meer capaciteit bij te hebben. Een tweede groot verschil is het stro. In Texas, Oklahoma en Kansas was al het stro kurkdroog, maar dat is niet langer het geval. Hier wordt het graan afgereden wanneer de korrel droog is, en vaak is dat wanneer het stro nog niet volledig droog is. Op 1 perceel was het stro nog maar amper aan het verkleuren, terwijl het graan zelf nog amper 10.8% vocht had.  Het is de eerste keer dit jaar dat de combines moeite hebben met het verwerken van het stro en continu aan maximaal vermogen moeten werken. Op zo’n moment ben je dan toch blij dat je extra machines bij hebt om voldoende oppervlakte per dag kan afrijden om bij te blijven. Daarnaast is die extra capaciteit ook aangenaam voor de truckers zodat die bezig blijven in plaats van uren moeten wachten op de hoek van het perceel.

Wat ook hard verander naarmate we meer naar het noorden gaan is de manier waarop de elevators het graan opslaan. In Texas, Oklahoma en Kansas wordt al het graan opgeslagen in bins en elevators, terwijl er hier in South Dakota al snel wordt uitgeweken naar bunkers. Door het gigantische areaal is het haast onmogelijk om voldoende silo’s te bouwen voor alle verschillende gewassen en dus wordt veel wintertarwe en mais hier op gigantische hopen bewaard onder plastiek. Naast enkele bins en de bunker moet de handelaar in Highmore dit jaar zelfs direct treinen laden om genoeg plaats te hebben om straks het zomergraan te kunnen stockeren. Tijdens een zware storm vroeg in het voorjaar raakte 1 van zijn grootste silo’s zwaar beschadigd en hoewel aannemers druk bezig zijn aan de herstellingen zal de silo pas terug beschikbaar zijn in het najaar, net op tijd voor de oogst van de mais, sojabonen en zonnebloemen.

Tussen het laatste perceel wintergraan en het eerste perceel zomergraan zat een gat van ongeveer een week. Voor ons is dat een uitgelezen kans om erop uit te trekken en eens iets anders te zien dan graan, combines en tractoren. Na een namiddagje aan de oevers van de Missouri besluiten we om het de volgende dagen wat verder weg te gaan zoeken en dus trekken we richting Rapid City. Een bezoekje aan Mount Rushmore is een verplicht nummertje en na de groepsfoto is het snel richting Hill City. Daar huren we 3 ATV’s en mogen we ons gaan uitleven in de bergen en bossen van de Black Hills. Na de uitdrukkelijke instructies om ons niet als een bende 12-jarigen te gedragen hebben we dat toch voor de volle 5 minuten volgehouden, om ons vervolgens voor de volgende 4 uur als een bende 12 jarigen te gedragen. Topnamiddag! Meer valt daar niet over te zeggen. Een absolute aanrader die zeker terug op het to-do lijstje komt. Van het klein kind uithangen met een quad krijg je honger, en om de collega’s kennis te laten maken met een Amerikaanse klassieker trekken we richting Texas Roadhouse, een absolute aanrader! De ingewijden onder ons weten dat er geen betere plek is om een ‘verjaardag’ te vieren maar gezien de drukte hebben we het de bediening niet aangedaan, volgende keer beter! Om de dag af te sluiten besloot de Ierse afdeling van ons gezelschap dat ze nog naar  de lokale kermis wilden gaan. Beiden kwamen naar huis met een teddybeer en zijn sinds onafscheidelijk van hun nieuwe beste vriend ;).

Onze 2de dag in Rapid city begon zoals de eerste geëindigd was, ons gedragen zoals een klein kind! Nadat het zwembad en de glijbanen van het hotel aan een grondige test onderworpen waren en hun uitdrukkelijke goedkeuring konden dragen van onze Italiaan was het tijd om voor een activiteit met wat meer cultureel niveau. Het Badlands National Park is een van mijn favoriete bestemmingen hier. Een prachtig stuk natuurgebied dat met geen woorden te beschrijven valt en met mijn beperkt fotografisch talent ook niet in beeld te brengen valt. Spijtig genoeg zijn mijn collega’s slechts beperkt enthousiast over de wonderen die moeder natuur hier tentoon stelt en al snel verliezen de meeste hun interesse. Dat het buiten een heerlijk warme 38 graden is helpt er natuurlijk ook niet aan. We sluiten het weekend af in het lokale bowlingcenter. Hier leren we heel snel dat sommige collega’s er een beperkt gevoel voor richting op nahouden en het duurt niet lang voor de grappen over auto-steer en gps over en weer vliegen.

Na ons uitstapje gaat het zomergraan in no-time van het veld en richting opslag. Al wat ons nu nog rest is 125 ha droge erwten voor de voeder-industrie. Droge erwten vragen een veel voorzichtigere aanpak tijdens het dorsen omdat ze zeer gevoelig zijn aan beschadigingen en breken. Alles begint vooraan met het maaibord. Plat tegen de grond -lang leve de flex-technologie- en de haspel exact even snel als de rijsnelheid. Dit is heel belangrijk omdat de peulen heel droog zijn en dus snel breken. Als de haspel te snel draait riskeer je dus de erwten al uit hun peul te slaan nog voor de sikkel de kans heeft ze af te snijden. Daarnaast moeten we ook de dorsmantels vervangen naar een soort die minder agressief is dan de mantels die we voor het graan gebruiken. In ons geval worden het ‘round-bar’ mantels, dezelfde als we ook voor de mais zullen gebruiken later dit seizoen. Al bij al gaan ook de laatste hectares vlot van het land en kunnen we later die dag aan de voorbereidingen beginnen voor onze laatste trip noord, richting Mott North Dakota.

In Mott werken we voor Ron en Randy Reich. Vader en zoon bewerken samen ongeveer 11.000 acres oftewel 4.400ha. Hoewel mais en zonnebloemen hun opmars maken in deze regio bestaat het bouwplan van de familie Reich uitsluitend uit zomergraan en koolzaad. Ondanks onheilspellende berichten tijdens het voorjaar ziet het gewas er heel goed uit voor deze regio. In het voorjaar hadden de boeren hier te kampen met veel regen en een sneeuwstorm half april. Het zorgde ervoor dat sommige percelen pas eind mei gezaaid raakte. Tussen het eerste en het laatste perceel zat meer dan 6 weken en iedereen was wat nerveus om te zien wat dat zou geven tijdens de oogst. Daarnaast was Randy ook heel nerveus over natte plekken in de percelen. Tegen beter weten in werd er in heel natte omstandigheden gezaaid en hebben ze dikwijls vastgezeten met de zaaimachines. De 560pk sterke kniktrekkers hadden in het heuvelachtige landschap vaak alle moeite om bergop grip te vinden en in de natte plekken bleken de 18 meter brede zaaimachines veel te zwaar om erdoor te geraken. De vrees om de combines en overlaadwagens tot op hun assen te begraven was dan ook gegrond en uit voorzorg brengen we een aantal lange kabels en kettingen mee, je weet maar nooit.

8 augustus is D-day in Mott en zet het hele circus zich in beweging. We beginnen met zomergraan helemaal ten oosten van Mott. Met de combines is het bijna een uur rijden tot aan het eerste perceel maar dat hoort er hier nu eenmaal bij. Ondanks de slechte omstandigheden tijdens het voorjaar, de sprinkhanenplaag en het gebrek aan regen tijdens het groeiseizoen zijn de eerste percelen hoopgevend. Met een opbrengst van 50-55 bushels zomergraan, omgerekend ongeveer 3,7 ton/ha zijn ze hier heel blij en al snel staan er enkele vrachtwagens aan te schuiven om te lossen in de bins. Randy kan er om lachen, dat hij niet kan volgen met lossen is een goed probleem, liever zo dan omgekeerd! In de ruime regio zijn er niet veel elevators dus voorzien de meeste landbouwers zelf in voldoende opslag voor hun graan. In het geval van de familie Reich is dat nog niet volledig het geval. Door de goede opbrengsten komen ze aardig wat opslagcapaciteit tekort. Omdat ze zeker al het koolzaad zelf willen opslaan wordt er dus al vanaf dag 1 naar de Agtegra elevator in McLaughlin, South Dakota gereden.

Ondanks dat het bijna 2 uur rijden is tot in McLaughlin is deze elevator de beste optie in de ruime omgeving. In tegenstelling tot andere plaatsen kan je hier opteren voor ‘delayed price’ (stockage door handelaar) en betalen ze hier premie voor het eiwitgehalte. Ron en Randy vinden dat zeer belangrijk gezien de premie voor eiwit een groot verschil maakt op het einde van de rekening. Hoeveel meer dat ze dan krijgen willen ze liever niet gezegd hebben.  Dat eiwitgehalte van groot belang is blijkt ook wanneer we in de eigen silo’s lossen. Percelen waarvan we weten dat ze veel eiwit hebben (+14%) worden samen opgeslagen. Lagere eiwitgehaltes gaan in een andere silo. Van elke vracht die we binnenbrengen wordt staal genomen, zo weten ze exact wat ze in welke silo hebben. In de winter, wanneer ze vrachtwagens laden, wordt dan uit verschillende silo’s graan genomen om zo een optimaal mogelijk financieel resultaat te krijgen. Met de silo’s die ze zelf hebben in het dorp blijkt dat aardig te lukken. Met de silo’s die overal ten velde verspreid staan blijkt dat toch moeilijker te zijn en is graan mengen minder aan de orde.

Iedere avond stoppen we rond 19 uur met vrachtwagens lossen en parkeren we alle trucks in het veld, waarna ze in het veld zogenaamde preloads doen. ’s Avonds laden we alle trailers zodat we de volgende ochtend vroeg kunnen vertrekken. Omdat een rondje McLaughlin een dikke 4 uur duurt loopt de wekker doorgaans af rond 5 uur. Een uurtje later verlaten we dan in konvooi het veld. Tegen dat de eerste vrachtwagens terug in het veld zijn heeft de field-crew de tijd gehad voor het dagelijks onderhoud aan de machines en kunnen we direct beginnen dorsen. Dat ritueel herhaalt zich elke dag zolang we aan het zomergraan bezig zijn. Regelmatig gaan er doorheen de dag ook enkele vrachten die richting uit. Op het einde van de oogst zal blijken dat we maar net genoeg graan hebben weggebracht en is er niet veel meer dan een halve vrachtwagen ruimte over in de laatste silo. Mission accomplished!

Naast het zomergraan was er natuurlijk ook nog koolzaad om te dorsen. Koolzaad lijkt hier een pak minder gelijkmatig af te rijpen dan het graan en dus moeten we op bijna elk perceel rond de groene plekken rond werken en later terugkomen om alles op te kuisen. Doorgaans zitten die groene plekken wel aan de buitenkanten van het perceel en is dat dus het probleem van de mannen die de buitenste 3 toeren afrijden. Ook in het koolzaad zijn de opbrengsten een aangename verrassing. Met 2,2 ton gemiddeld over het ganse areaal mogen ze hier niet klagen. Tussen de verschillende variëteiten is er wel een groot verschil en dat is natuurlijk belangrijke informatie voor de rassenkeuze naar volgend seizoen toe.

Uiteindelijk werken we op 1 september het laatste perceel af. Tegen valavond maken de combines hun laatste rondjes in het graan. De campagne in Mott is goed geweest. Op 3 dagen na hebben we elke dag kunnen rijden. Het zijn voor iedereen 2 lange maanden geweest met relatief weinig tijd vrij. Daarnaast hebben we sinds South Dakota veel moeite om genoeg chauffeurs te vinden en te houden. Constant nieuwe chauffeurs opleiden in een omgeving waar niet veel ruimte is om fouten te maken is niet altijd evident. Ondanks alles hebben we momenteel een sterke ploeg die enorm aan elkaar hangt en die voor elkaar door het vuur gaat.

Ondertussen zijn de collega’s aan het genieten van een vrij weekend en profiteren de meeste Amerikaanse collega’s om snel naar huis te gaan voor een bezoekje aan de familie. De afgelopen week zijn zij druk bezig geweest aan de voorbereiding voor de mais-oogst. Half september zou die van start moeten gaan in Texas. De laatste week van september wordt er verwacht te kunnen beginnen dorsen bij onze nieuwe klant in Colorado. Ikzelf hoop op tijd uit Mott weg te geraken. Uit een bezoekje aan de werkplaats eerder vandaag bleek dat ik mijn vertrek nog maar eens 2 dagen moet uitstellen. Eens de herstellingen zijn afgerond is het een snelle pitstop bij de Claas-dealer in Hoxie om de rupsen uit te lijnen en dan door naar Spearman Texas. Alles en iedereen is klaar voor de mooiste tijd van het jaar, laat de maisoogst maar komen!

Tot volgende keer,

Sim

One thought on “Sim in Amerika (3)

Comments are closed.

%d bloggers liken dit: