Zelfrijder zachter voor de bodem

Landbouwmachines worden, omwille van een vraag naar meer capaciteit, al geruime tijd groter en zwaarder. Deze groei gaat hand in hand met een verhoogd risico op bodemverdichting. Dit voorjaar boog een student van de Vives Hogeschool zich over deze kwestie en vergeleek de potentiële bodemverdichting tussen een klassieke trekker met mesttank en 2 zelfrijders.

Door de extremere weersomstandigheden en de beperkte financiële marges binnen de landbouwsector wordt er steeds meer aandacht geschonken aan bodemstructuur. Deze is van cruciaal belang in de ontwikkeling van landbouwgewassen en de daarbij horende opbrengst. Jonas Verhegghe, 3de jaars student Bachelor Landbouwmechanisatie aan de Vives Hogeschool, vergeleek voor zijn bachelor proef de potentiële bodemverdichting tussen een trekker met een drijfmesttank van 18 000 liter, een Vervaet Hydro Trike en een Vervaet Hydro Trike XL. De proef werd uitgevoerd met geladen tanks maar zonder bemester omdat er een zeer grote variatie bestaat in soorten bemesters en hun gewicht.

De proef werd uitgevoerd op een zandbodem die vooraf volledig los gewoeld werd (tot 70 cm diepte) om een homogeen proefperceel te bekomen. Vervolgens reden de proefmachines naast elkaar over het proefperceel. Dit gebeurde telkens met één meter tussen de verschillende machines om onderlinge beïnvloeding uit te sluiten. Nadat de machines het proefperceel overreden hadden, werd met zowel de verdichting van de bodem als de insporing gemeten. Voor het meten van de verdichting werd gebruik gemaakt van een penetrologger, voor de insporing werden een touw en vouwmeter gebruikt.

De klassieke combinatie van trekker en mengmesttank zorgde voor een gemiddelde bodemdruk van 234,6 kPa (kiloPascal), de Vervaet Hydro Trike had een gemiddelde bodemdruk van 208,6 kPa terwijl dit bij de Hydro Trike XL (vijfwieler) nog 180,24 kPa bedroeg. Voor deze laatste is dat bijna 25% minder bodemdruk. Op gebied van insporing was er voor beide zelfrijders bijna 10 cm minder insporing te meten dan bij de trekker-tanker combinatie.

Een kanttekening die moet gemaakt worden  is deze van de bereden oppervlakte. Een trekker met mengmesttank laat een spoor na van 2 keer ongeveer 80 cm. Een Hydro Trike heeft een spoor van 3.20 meter, voor de  Hydro Trike XL bedraagt dit 4.50 meter. Dit is een niet te negeren verschil. In de praktijk worden de zelfrijdende machines wel vaak uitgerust met een bredere bemester dan deze die gebruikt worden aan de getrokken mengmesttanks. Dit verlaagt het bereden percentage terug, maar brengt het niet onder dat van een trekker.

“De resultaten van mijn proef zijn duidelijk, maar beperkt”, vertelt Jonas. “Ik heb enkel de klassieke combinatie vergeleken met 2 Vervaet zelfrijders, terwijl er nog verschillende andere merken zelfrijders op de markt zijn. Door praktische omstandigheden heb ik deze echter niet in mijn proef kunnen betrekken. Ondanks de beperkte gegevens stemmen de resultaten wel tot nadenken. Zo kan men zich afvragen of het gebruik van een klassieke combinatie zinnig is wanneer er gebruik gemaakt wordt van vaste rijpaden? Of wat het resultaat is van het brede spoor van de zelfrijders op lange termijn wanneer er telkens over hetzelfde spoor gereden wordt. Ik hoop dat ik met deze proef de aanzet kan geven tot verder onderzoek.”

Het volledige werk van Jonas kan u hier lezen.

 

Dit artikel is ingezonden in het kader van een Bacherlorproef/Afstudeerproject. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit werk.
Hebt u zelf een bacherlor- of masterproef of afstudeerproject dat kan interessant zijn voor ons, contacteer ons gerust!

2 thoughts on “Zelfrijder zachter voor de bodem

  1. mooie test, enkel spijtig dat er niet meer mogelijke combinaties deelnamen, er zijn ongetwijfeld trekker-vat combinaties die ver onder de drukken van de zelfrijders duiken.

    1. De student in kwestie kon, door praktische beperkingen, niet meer testen. We hopen dat zijn bachelorproef een aanzet is voor anderen om verder te onderzoeken.

Comments are closed.

%d bloggers liken dit: