De rotorkopeg blijft een belangrijke machine voor veel akkerbouwers en loonwerkers. Ze wordt ingezet bij het zaai- en plantklaar leggen van grond en met een opgebouwde zaaimachine kan in 1 werkgang grondbewerking en zaaien gecombineerd worden. Pöttinger geeft hun Lion rotorkopeggen met werkbreedtes van 2,5 tot 4 meter een update.
Lion rotorkopeggen met 3,3 rotoren per meter werkbreedte kunnen als eg en als cultivator worden gebruikt. Het enige wat nodig is om de toepassing te veranderen, is de tanden te verplaatsen. De slepende hoek van de tanden zorgt voor een goede bodemstructuur over de hele werkdiepte. De mulchlaag blijft dicht bij het oppervlak ter bescherming tegen erosie. Door de tand onder een stekende, agressieve hoek te zetten wordt de grond van onderaf gebroken. Dit resulteert in een goede vermenging van de grond, waarbij de fijne bodemstructuur zich lager concentreert. Voor beide toepassingen wordt dezelfde geometrie van tanden gebruikt. De tanden op Lion rotorkopeggen hebben een lange levensduur en zorgen voor een consistente, effectieve grondbewerking met intensieve losmaking en gelijkmatige verkruimeling. Optionele Durastar tanden met wolfraamcoating kunnen worden gekozen voor een nog langere levensduur. Met 4 rotoren per meter werkbreedte kan de machine alleen als rotorkopeg worden gebruikt.
Voor extra gebruiksgemak hoeven de zijborden bij de nieuwe modellen niet omhoog geklapt te worden om de machine naar het volgende veld te transporteren. De borden bevinden zich binnen de toegestane transportbreedte en maken volledig gebruik van de maximale werkbreedte. Op de tandwielgoot is een stevig buisprofiel gemonteerd ter bescherming tegen stenen en om te voorkomen dat personen in de draaiende tanden kunnen grijpen. Hierdoor kunnen spoorwissers ook eenvoudig achteraf worden gemonteerd.
De werkdiepte van de starre LION rotorkopeggen kan flexibel worden aangepast door eenvoudig de bouten in de 9-gatenmatrix te verplaatsen. Hydraulische diepteverstelling is verkrijgbaar als optie. De nivelleerbalk achter is standaard en wordt automatisch ingesteld met de diepte van de achterrol. Bij het veranderen van de diepte is geen bijstelling nodig.