Intussen zijn de Werktuigendagen bijna 2 weken achter de rug. Het tweejaarlijkse hoogfeest van machines in actie lokte maar liefst 47.000 bezoekers naar Oudenaarde. En hoewel dit minder is dan de eerder vooropgestelde 55.000 bezoekers was de organisatie zondagavond 21 september tevreden. Maar heeft een beurs zoals de Werktuigendagen nog wel een plaats op een drukke beurskalender?
Zoals de Werktuigendagen is er geen andere beurs. Meer dan 300 machines die hun kunnen demonstreren, bezoekers die deze machines van zeer dichtbij kunnen volgen, geleide demonstraties en de mogelijkheid om zelf ook hier en daar aan het stuur of de knoppen te zitten. Niemand doet het de beurs na. Waar op elke andere beurs bezoekers en machines strikt gescheiden worden gehouden loopt in Oudenaarde alles kriskras door elkaar. En hoewel ik me wel eens afvraag hoe de verzekering hier in godsnaam tegen aan kijkt, vormt de georganiseerde chaos net het charme van het evenement.
Zaterdag leek het rustig op de wegen tussen de demonstratie velden en stands. De regen joeg de mensen in de tenten, of vroeger naar huis. Maar de droge namiddag lokte dan weer andere bezoekers. Hoewel de soms lege straten het ergste deden vermoeden qua bezoekersaantal klokte de organisatie zaterdag af op een vergelijkbaar bezoekersaantal dan andere edities. Zondag leek wat rustiger op gang te komen, maar ook dan vulde de parkeerterreinen zich vlot en vonden de bezoekers de weg naar de inkom. De koudere temperaturen en de regen in de namiddag zorgden er voor dat er niet teveel bezoekers bleven rondhangen na het sluiten van de beurs. Met 47.000 bezoekers verspreid over de 2 dagen mag de organisatie terecht tevreden zijn met deze editie.
Er wordt wel eens gezegd dat ons kleine landje te veel beurzen kent. Wie actief is in landbouw en grondverzet, en ook al eens de grens oversteekt voor een beurs kan dit jaar naar 8 beurzen die de moeite waard zijn (als ik er tenminste geen vergeet…). Moet een beurs zoals de Werktuigendagen dan nog plekje krijgen op de kalender? De initiële opzet van de beurs was boeren en tuinders de nieuwste technieken van dichtbij te laten zien. Meer dan 50 jaar later is dit nog steeds zo. Blinkende machines in een hall in Hannover of Brussel (of Gent) zijn leuk, en de ideale moment om met een verkoper of product manager eens in de details te duiken. Maar de laatste technieken live in actie in het veld zijn net dat tikkeltje meer. De hakselaars die de mais achter de tenten weg knabbelen trekken altijd veel aandacht, maar de werking van die machines is intussen gekend. De echte toegevoegde waarde van een beurs zoals de Werktuigendagen zit hem in de geleide demonstraties van directzaaimachines, een techniek die steeds meer interesse kent, maar waarvan de precieze werking nog altijd redelijk onbekend is. Groentetelers en akkerbouwers konden kennis maken met de laatste technieken op gebied van onkruidbestrijding door robots. Ook voor de agro-ecologische principes was aandacht op het Bodemeiland XL en wie zelf eens wou proeven van elektrisch werken met verreiker, wiellader of minigraver was er de Try&Drive. De geleide demonstratie van de voermengwagens toonde de werking van het cruciale werktuig op ieder erf van melk- en rundveehouders. Het is daarmee dat de Werktuigendagen zich afzonderen van de rest. Meer dan 50 jaar na de eerste editie is de achterliggende reden van de beurs nog altijd dezelfde, zij het in een moderner jasje.
Ja, elk oneven jaar is een druk beursjaar, en op dit kalender is zeker ruimte voor de Werktuigendagen. Ik kijk al uit naar de editie van 2027!
Beelden: Organisatie & Boerenbond

