In 2020 konden jullie de Canadese avonturen van Sim Decoster hier al volgen. Na het werken bij de Canadese akkerbouwer vroeg Sim opnieuw een werkvisum aan voor de VS, maar na 2 mislukte pogingen kwam hij terug naar België en ging hier aan de slag als vrachtwagenchauffeur. De roep van de uitgestrekte akkers in Amerika bleef echter sterk, en half februari vertrok Sim terug naar de VS voor een oogstseizoen bij Beckley Harvesting, waar hij zelf in 2018 al eens deel uitmaakte van de harvestcrew, en waar ook Bas De Rycke eerder al een 2 seizoenen mee oogstte.  Op Hectares kunnen jullie Sim zijn oogstverhalen opnieuw volgen.

Dag iedereen,

Het dateert van eind 2020 dat ik de laatste keer achter mijn computer kroop om te vertellen over mijn avonturen in Canada. Ik had toen een visumaanvraag ingediend bij de Amerikaanse ambassade om in 2021 een tweede seizoen bij mijn vrienden in Kansas te kunnen gaan werken. Echter, niet alles verliep volgens plan en begin februari vloog ik uiteindelijk terug naar België. Na de noodzakelijke quarantaine ben ik aan de slag gegaan als vrachtwagenchauffeur. Tussen mijn rijdende werkzaamheden door ben ik altijd blijven proberen om een visum te  bemachtigen, maar na een 2de mislukte poging in april zakte de moed me toch in de schoenen. De hoop om seizoen 2021 in Amerika door te brengen slonk met de dag en dus besloten we om onze pijlen te richten op seizoen 2022.

Heel wat kilometers en vele nieuwe vrienden later sijpelden in oktober de eerste berichten door dat de Amerikaanse grenzen terug zouden openen. Ik herinner me nog heel goed hoe dat krantenartikel een lach op mijn gezicht toverde en dat ik het artikel doorstuurde naar enkele vrienden die ook nog grote plannen hebben in Amerika. Half november nam John Beardmore (Wie John Beardmore is kan je hier lezen) terug contact met mij op. De grenzen waren open en we konden terug aan de papierwinkel beginnen. Eind januari mocht ik dan nog maar eens mijn verhaal gaan doen op de ambassade, en met succes. Derde keer goede keer! Een dikke 3 weken later, op 15 februari volgde dan het afscheid en dat viel mij onverwacht zwaar, zeker op het werk. Daarom wil ik nog even de kans grijpen om al mijn collega’s en leidinggevenden bij Delletrans en al het personeel op laad- en losadressen nogmaals te bedanken voor de zeer fijne samenwerking het afgelopen jaar, stiekem mis ik jullie wel een beetje ;).

Maar genoeg over het verleden, over tot de orde van de dag! Na 3 vluchten met de nodige vertraging door hevige sneeuwval geraakte ik dan toch in Denver, waar Josh en Carla mij de dag nadien kwamen halen. Tijdens de rit naar huis, toch een dikke 3 uur, kreeg ik een update over de laatste 2 jaar en welke invloeden Covid-19 gehad heeft op de werking van het bedrijf. Door het ontbreken van Europese werknemers moest Josh beroep doen op Amerikaanse mensen en dat had zo zijn problemen. De lange dagen in het veld of op de baan en lang van huis weg zijn blijkt niet voor iedereen weggelegd. Ze zijn hier dan ook heel blij dat de grenzen terug open zijn. Eens in Colby krijg ik een plaatsje in ‘The Gaff’, een huis op het domein van de Beckley’s. Alles hier voelt heel vertrouwd aan en het is geweldig om eindelijk terug te zijn.

Wat ook heel vertrouwd aanvoelde is de stapel papier die ik in mijn handen geduwd kreeg in de vorm van 2 handboeken wegcode en vrachtwagenkennis want, first things first! Het vrachtwagenrijbewijs, hier Commercial Drivers License of kortweg CDL genoemd, is een must als je hier komt werken. Tussen het verwerken van de jetlag door bleken de handboeken zeer interessante lectuur en een week later slaagde ik voor alle theoretische examens, die overigens absoluut niet moeilijk zijn in vergelijking met de examens in België.  Met de theorie achter de rug kon ik ook beginnen met de voorbereiding voor het praktijkexamen. Het oefenen van de manoeuvres, het schakelen met de niet-gesynchroniseerde versnellingsbak en de ‘pre-trip inspection’ is iets voor na de werkuren. We zijn op dat moment eind februari, nog bijna 3 maand verwijderd van de graanoogst maar er is nog veel werk dat moet gebeuren. Voor ik verder ga moet ik mij eerst even excuseren voor de Engelse termen. Voor sommige onderdelen waar we aan werken heb ik geen flauw idee hoe dat in het Nederlands zou noemen.

Doorheen de winter zijn alle maaiborden al voor onderhoud gepasseerd, ik mocht mee beginnen met het onderhoud van de laatste 4 kolvenplukkers. Hoewel ze amper 1 seizoen dienst hebben gedaan zijn de row-units (kettingen, spanners, deckplates) soms in heel slechte staat. Alles eraf en reviseren! Vooral de deckplates zijn er erg aan toe. Door de zeer wisselende kolven vorig seizoen moesten ze heel smal afgesteld worden en dat heeft zijn gevolgen. De meesten zijn zo ver afgesleten dat ze voor de vuilbak zijn. Die die wel nog bruikbaar krijgen, samen met de wisselstukken, een slijtlaag opgebrand. Het is een goedkoper alternatief dan vervangen dat zich nog zal moeten bewijzen in de praktijk. Eens de row-units klaar zijn is het een kwestie van alle 18 tandwielkasten te voorzien van nieuwe olie en hop naar de volgende. Hoewel het allemaal niet veel lijkt duurt het toch 2 weken voor we laatste kolvenplukker terug naar buiten kunnen duwen. Next up, combines!

Voor het eerst in lange tijd heeft Josh dit jaar geen nieuwe maaidorsers gekocht. De kostprijs voor nieuwe machines is sterk gestegen en er was ook geen garantie dat de nieuwe machines op tijd zouden geleverd worden omwille van leveringsproblemen in de fabrieken. De 5 John Deere machines moesten allemaal bij de dealer passeren voor reparaties die onder garantie vallen, daarna konden wij aan het groot onderhoud beginnen. We spreken dan vooral over riemen vervangen, kettingen inkorten, nieuwe messen op de hakselaar en terug ombouwen van mais naar graan. Onderdelen preventief vervangen doet Josh liever niet. Als het breekt tijdens het werk is dat ook maar zo, we vervangen het wel als het nodig is. 3 weken later zijn de 5 machines allemaal terug de deur uit. De 6de machine, een Claas Lexion, staat voorlopig nog bij de dealer. Zij gaan al het onderhoud voor ons doen en brengen de machines pas terug als ze volledig klaar is.

Kort over de Lexion. Sinds de introductie van de 7000 en 8000 series lijkt het dat Claas steeds meer interesse wekt binnen de sector in de VS en Canada. Josh sprak al in 2018 dat hij heel graag eens zou willen demo rijden met een Lexion. Vorig jaar heeft hij dan een overeenkomst gesloten met de lokale Claas dealer om tijdens de herfst demo te rijden met een Lexion 7500 TT. Deze beviel zo goed dat we dit jaar de machine het volledige seizoen gaan testen. Na mijn ervaring met de Lexion 770 modellen in Canada kijk ik er naar uit om te zien wat de nieuwe machines kunnen, en al zeker hoe ze vergelijken met de S770’s van John Deere. Vorig jaar postte Josh al eens een foto op de sociale media van 3 combines, 2 770’s en de Lexion. De begeleidende tekst luidde ‘Here we have 4 John Deere combines’.  Het spreekt voor zich dat ze daar bij John Deere niet gelukkig mee waren en dat er dan ook de nodige commentaar op gekomen is.

We tekenen ondertussen eind maart en op een frisse donderdag ochtend sloeg ik uiteindelijk voor het praktijkgedeelte van mijn CDL. Ik ben ondertussen 6 weken in Kansas en heb het wel even gehad met al het onderhoudswerk. Ik leerde er enorm veel van, maar keek er naar uit om de baan op te kunnen. De maandag die volgde was het eindelijk mijn beurt. Een van mijn collega’s was het rijden beu en ik mocht zijn plaats innemen. De Cornerstone terminal is Colby is een van de grotere graandepots in de directe omgeving. In opdracht van Cornerstone rijden we tussen de terminal en verschillende kleinere depots om graan, mais, sorghum,… aan en af te voeren. De afgelopen week ben ik druk geweest met pendelen tussen Colby en het kleine dorpje Selden. Daar heeft de lokale co-op een depot en veel van wat daar opgeslagen ligt moet vroeg of laat richting Colby komen om daar op treinen te laden en te verzenden. Opdracht deze week: clean up the ground-pile. Een ground-pile is een grote hoop graan die ze los op de grond storten met enkele ventilatiekanalen er onder, afgedekt met een grote plastiek.

In Selden werden we geladen door een zware bulldozer, 6 keer scheppen en we konden vertrekken. Het is ongeveer 40 minuten rijden naar de terminal in Colby. De wind waar Kansas zo bekend om staat liet zich stevig voelen. Een constante 90km/h met windstoten tot 110km/h zorgde al voor meerdere vrachtwagens die omver waaiden. Voorzichtigheid bleef dus geboden om alle 18 wielen op de grond te houden en dikwijls moesten we ’s middags stoppen omdat het te gevaarlijk werd. Komende week zou de wind zo goed als weg zijn, dan kunnen we terug ganse dagen rijden, ik kijk er naar uit! Volgende week komen ook de Europese collega’s aan, ik kijk er naar uit om wat nieuwe gezichten rond mij te hebben en mijn ervaringen te delen met hun, en hopelijk ook van hen te kunnen leren.

Tot de volgende!

Sim

%d bloggers liken dit: