Magazine: Resistente onkruiden bestrijden kan (1)

Resistente onkruiden zijn wereldwijd aan een opmars bezig. In streken met grote monoculturen zoals het Midwesten in de Verenigde Staten of de graanstreken van Australië worden boeren al lang geconfronteerd met de problematiek, maar ook bij ons duiken meer en meer resistente onkruiden op. Deze onkruiden aanpakken kan, maar het vraagt een andere benadering dan glyfosaat in de sproeier gieten en het veld in trekken.

Resistente onkruiden zijn slecht nieuws. Ze overwoekeren percelen en zorgen voor opbrengstdaling, kosten extra geld aan herbiciden en hebben een impact op het milieu. In de jaren ’90 van vorige eeuw was resistentie bij onkruid een zo goed als onbekend fenomeen. Tegen 2014 waren er 23 verschillende soorten onkruiden in 18 landen gekend die resistentie ontwikkeld hadden tegen glyfosaat. Toch gaat resistentie al veel verder terug. In 1947 werd 2,4-D geïntroduceerd als eerste selectief herbicide. Niet veel later trad al de eerste resistentie op. Resistentie ontstaat doordat bepaalde planten een kleine mutatie hebben waardoor ze niet gevoelig zijn aan een bepaald herbicide. Na behandeling sterft deze gemuteerde plant dus niet af, maar kan zich verder ontwikkelen en voortplanten. Als de nakomelingen dezelfde mutatie meedragen kan de resistente onkruidpopulatie zich snel uitbreiden. Volgens een artikel uit 2017 zijn er ondertussen 252 onkruidsoorten in 67 landen die een zekere resistentie tegen herbicide hebben ontwikkeld.

Resistentie tegen herbicide wil niet zeggen dat de onkruiden in kwestie niet kunnen bestreden worden. Naast het curatief bestrijden van reeds ontwikkelde onkruiden kan er ook preventief gewerkt worden. Ook het vernietigen van onkruidzaden behoort tot de mogelijkheden. Opvallend aan het bestrijden van resistente onkruiden is het teruggrijpen naar oude technieken. Misschien kunnen we toch nog iets leren van onze grootvaders?

Voor de teelt
De afgelopen jaren is er een tendens naar niet-kerende grondbewerking (NKG), in sommige gevallen is dit zelfs verplicht op hellende percelen. Deze methode van werken is positief voor erosiegevoelige gronden, scheelt in brandstofverbruik en is goed voor het bodemleven. Een nadeel aan NKG is de opslag van onkruidzaden in de bovenste grondlaag. Omdat de grond niet gekeerd wordt, blijven zowel het organische materiaal als de onkruidzaden bovenop de grond liggen of worden ze vermengd in de bovenste grondlaag, wachtend op ideale kiemomstandigheden. Eenvoudig te bestrijden onkruiden vormen geen probleem, maar hardere of resistente onkruiden zorgen voor extra druk op de gewassen. Door toch geregeld eens te ploegen (om de 4 of 5 jaar bijvoorbeeld) afgewisseld met NKG, worden de onkruidzaden dieper begraven en wordt kieming voorkomen.

Een andere techniek voor de teelt is de aanleg van een vals zaaibed. Door de grond oppervlakkig te bewerken met een schijveneg of (triltand-)cultivator kunnen de onkruidzaden in de bovenste laag kiemen. Na de kieming en vóór de hoofdbewerkingen kan dan door middel van een wied-eg of chemische behandeling het kiemend onkruid aangepakt worden. Het kiemend onkruid kan ook vernietigd worden door middel van een brander of geëlektrocuteerd worden met een machine zoals de AgXtend XPower.

 

YouTube player

 

Dit is het eerste deel van een artikel dat eerder verscheen in Hectares Magazine 002. De komende dagen verschijnt de rest van het artikel online. Wil u het stuk volledig lezen? Dit kan in ons digitale magazine.

%d bloggers liken dit: